Een goede voorbereiding

Voor een gorilla trekking in Uganda reis je af naar het indrukwekkend Bwindi Impenetrable Forest National Park, het natuurlijke leefgebied van de berggorilla’s.

Bij je accommodatie of het rangerstation kun je vaak een wandelstok en beschermende chaps lenen, wat handig is tijdens het wandelen door dichtbegroeid terrein. Je moet wel zelf zorgen voor geschikte kleding. Denk aan een lange broek, stevige wandelschoenen met goede grip, een regenjas en een pet of hoed tegen zon of regen.

Om de gorilla’s daadwerkelijk te mogen bezoeken, heb je een gorilla permit (vergunning) nodig. Dit kan je direct aanvragen bij het boeken van je reis.

De briefing

De gorilla trekking begint altijd vroeg in de ochtend. Dit komt doordat het tussen de 30 minuten en 4 uur kan duren voordat de berggorilla’s gevonden worden. Het is daarom belangrijk dat je op tijd aanwezig bent bij het rangerstation.

In de ochtend krijg je een uitgebreide briefing over wat je tijdens de trekking wel en niet mag doen. Daarna word je in groepen ingedeeld en trek je samen met ervaren rangers de bergen in, op zoek naar een van de gorillafamilies in het park.

Het gaat beginnen!

Het gebied waar je gaat wandelen kan redelijk steil zijn, afhankelijk van de plek waar de gorilla’s zich op dat moment bevinden. Gelukkig kun je ervoor kiezen om een porter (drager) mee te nemen. Een porter helpt je bij het dragen van je spullen en biedt ondersteuning bij lastige of steile stukken op de route.

Samen met je groep en de rangers ga je het oerwoud van Bwindi of Mgahinga in. Nu begint het avontuur pas echt. Je merkt al snel dat de lucht dunner is door de hoogte, maar hier wen je meestal snel aan. Wees niet bang om aan te geven dat je even wilt pauzeren – de rangers houden hier volledig rekening mee en nemen de tijd voor iedereen.

De gorilla's zijn gespot

Tijdens de gorilla trekking zal je merken dat de rangers voortdurend in contact staan met hun collega’s in het gebied. De positie van de berggorilla’s wordt nauwkeurig gevolgd, niet alleen om ze te beschermen tegen stropers, maar ook om bezoekers op de juiste route te sturen. Hierdoor weten de rangers vaak al waar de gorilla’s zich bevinden, en is de kans dat je ze daadwerkelijk ziet zeer groot.

Wanneer je eenmaal dicht bij de gorilla’s bent, zal de ranger je vragen om je rugzak en wandelstok achter te laten bij een andere ranger. Dit heeft een reden: een stok kan als dreigend worden ervaren door de gorilla’s en eten of drinken in je tas kan hun nieuwsgierigheid opwekken. Neem voor je je rugzak achterlaat nog een grote slok water.

Een euforisch moment

De berggorilla’s bevinden zich meestal diep in het dichtbegroeide oerwoud. Om ze te bereiken, slaan de rangers met een machete een pad vrij door het dichte groen. Luister goed naar de rangers: zij zijn getraind om te focussen op subtiele geluiden en signalen in het bos om zo de gorilla’s te lokaliseren.

En dan… het magische moment: je ziet je eerste gorilla. Een indrukwekkend dier, krachtig en sereen tegelijk. Het is een euforisch gevoel om deze spierbonken van dichtbij te mogen observeren. Dit is werkelijk een once in a lifetime experience die je niet snel zult vergeten.

Spot de grote zilverrug

Ook nu is het belangrijk om goed naar de ranger te luisteren. Zij geven precies aan waar je mag staan en hoe dicht je bij de gorilla’s mag komen. Met een beetje geluk zie je de zilverrug gorilla – de dominante leider van de groep. Soms zet hij een stap naar voren, een manier om zijn macht te tonen. Laat je hierdoor niet afschrikken.

Tijdens de briefing heb je geleerd: stil blijven staan, en pas daarna langzaam een paar stappen achteruit lopen. Het allerbelangrijkste: ren nooit weg. Het is misschien spannend, maar vooral een prachtige en indrukwekkende ervaring.

Meestal blijf je ongeveer 1 uur bij de gorilla’s, daarna ga je weer rustig aan terug naar de andere rangers en je rugzak. Eenmaal terug bij het rangerstation krijg je een welverdiend gorilla trekking certificaat. Het enige wat je nu nog staat te doen is nagenieten van een prachtige ervaring!